Beelden van Boijmans

Museum Boijmans Van Beuningen wordt verbouwd en is een tijdje gesloten. Wij zijn erg verheugd dat wij twee prachtige klassieke ‘park’-beelden mochten lenen uit hun collectie, uit hun Depot. Links ziet u Assia (1937), een beeld van Charles Despiau, een leerling en later vriend van Rodin. Rechts ziet u Venus Victrix (1914) van Auguste Renoir. Het toont Venus die een gouden appel vasthoudt die ze heeft gewonnen door te worden beoordeeld als mooiste van drie godinnen door Paris.

Venus Victrix (1916) | Auguste Renoir

Brons
Gewicht: 189,6 kg, Hoogte: 186 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (geschonken door A. Hartog in 1935)

Venus Victrix (1916), godin van de liefde, wordt hier afgebeeld op victorieuze wijze. Venus, Minerva en Juno namen voorafgaand aan de momentopname deel aan een schoonheidswedstrijd. De appel in Venus’ hand is het teken van haar overwinning. Renoir baseert dit werk op de Grieks-Romeinse stijl. Het bronzen beeld viert de schoonheid van het vrouwelijk lichaam.

Pierre Auguste Renoir nam vanaf 1861 lessen in het atelier van de Gleyre, waar hij Monet, Sisley en Bazille ontmoette. In de jaren 60 schilderde Renoir in de bossen van Fontainebleau. In deze periode schilderde Renoir ook zijn eerste levensgrote figuurstukken, geïnspireerd door het werk van Courbet. Vanaf halverwege de jaren 70 schilderde Renoir scènes uit het moderne leven, in de jaren 90 ontwikkelde hij een ‘zachtere’ schilderstijl. Zijn scènes met jonge vrouwen en kinderen waren zeer populair. Naast een schilder was Renoir ook beeldhouwer.

Assia (1937) | Charles Despiau 

Brons
Gewicht: 200 kg, hoogte: 180 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (gekocht in 1938)

Assia (1937) is volgens Despiau het toonbeeld van de ideale vrouw. De plaats van de mens in de natuur en de waardering van het menselijk lichaam waren in de jaren ’30 belangrijke thema’s in de kunst.

Charles Despiau begon zijn carrière in 1891 bij École nationale supérieure des beaux-arts in Parijs. Despiau wendde zich volledig tot de beeldhouwkunst. Tijdens WOI moest Despiau zijn werk verlaten, en trad in dienst van het leger. Na de oorlog sloot Despiau zich aan bij de “Bande à Schnegg”, een groep beeldhouwers opgericht door de broers Lucien en Gaston Schnegg.